Wordt 2021 het jaar van de toegankelijkheid? Deze vijf punten verdienen de aandacht

Met de erkenning van de Nederlandse Gebarentaal werd in 2020 een belangrijke mijlpaal bereikt voor doven en slechthorenden. Een mooie stap in de richting van meer maatschappelijke toegankelijkheid. Maar er is nog veel meer winst te behalen. Wat zal 2021 brengen op dit gebied? De volgende vijf onderwerpen zouden wat ons betreft aan het einde van dit jaar afgevinkt mogen worden.

Toegankelijke video? Zorg voor ondertiteling!

Het is veel doven en slechthorenden een doorn in het oog: de gebrekkige of ontbrekende ondertiteling bij tv-programma’s. Hoewel er meer programma’s ondertiteld worden en de ondertiteling ook beter wordt, is het nog steeds ondermaats. Het zou mooi zijn als alle programmamakers en omroepen zich hier hard voor maken en voor eens en altijd zorgen dat goede ondertiteling van alle programma’s de norm is. Een relatief eenvoudige maar zeer waardevolle stap op weg naar toegankelijkheid.

Dit geldt overigens ook voor video’s. Het is onvoorstelbaar hoe vaak mensen nog video’s plaatsen zonder ondertiteling. Een enorme groep potentiële kijkers wordt daarmee direct buitenspel gezet. Terwijl het zo eenvoudig is om ondertitels aan je video toe te voegen. Dus we zeggen het nog maar eens: maak er een gewoonte van om al je video’s van ondertiteling te voorzien. Mocht je het niet in het kader van toegankelijkheid willen doen, je video’s worden er ook beter door bekeken.

Iedereen leert (een beetje) gebarentaal

Op 12 maart 2020 was er voor het eerst een gebarentolk aanwezig bij een persconferentie van de Rijksoverheid en een groot deel van Nederland viel als een blok voor gebarentolk Irma Sluis. Hoe mooi zou het zijn als we niet alleen de tolk omarmen, maar ook de taal. En dan dus niet alleen door te zeggen hoe leuk het is om naar te kijken, maar door het zelf ook te leren. Het is al vaker geopperd, besproken en onderzocht: de mogelijkheid om gebarentaal als vak op school in te voeren. Standaard op de basisschool en als keuzevak op de middelbare school.

Of in wat voor vorm dan ook, maar zo dat in de toekomst iedereen een bepaalde basis aan gebarentaal beheerst en de rest van zijn leven kan gebruiken. Het hoeft niet perfect te zijn. Maar voldoende om je klanten te helpen, je patiënten gerust te stellen of je buurman te vragen hoe het gaat, als hun moedertaal gebarentaal is. En voor iedereen die schooltijd al achter zich heeft gelaten, er zijn al verschillende manieren om gebarentaal te leren. Dus wacht niet tot je kinderen straks gebaren maken die jij niet begrijpt en kijk nu vast wat de mogelijkheden zijn.

Een gebarentolk hoort er gewoon bij

De inzet van een gebaren- of schrijftolk is natuurlijk voor de vele doven en slechthorenden in Nederland niet iets bijzonders. Er zijn ruim 600 geregistreerde tolken die dagelijks niets anders doen dan gesprekken vertalen. Maar wat voor hen en voor de tolkgebruiker als normaal en noodzakelijk wordt gezien, is voor horend Nederland vaak nog iets wat bijzonder is en zeker niet vanzelfsprekend. Ruim een jaar na die eerste persconferentie zijn er nog steeds mensen die de aanwezigheid van een gebarentolk als storend of irritant bestempelen. Mensen die zich afvragen of het echt wel nodig is zo’n wapperende persoon naast de minister.

Maar niet alleen daar. Er zijn nog steeds tolken die geweigerd worden bij de zwemles of bij een theatervoorstelling omdat het de andere aanwezigen te veel afleidt. Personeelsfeestjes waarbij die ene dove collega zelf maar moet zorgen dat hij de speeches kan volgen want alleen voor hem hoeft er geen tolk te komen, zo belangrijk is het nou ook weer niet. Concerten waar dove bezoekers niet heen kunnen omdat ze geen ticket voor de tolk kunnen betalen. Situaties die doven en slechthorenden helaas maar al te bekend zullen voorkomen. Het zou mooi zijn als organisaties en instanties meer begrip tonen en zelf actief meedenken over de mogelijkheden om toegankelijk te zijn. En vooral dat niemand meer opkijkt van de aanwezigheid van een tolk.

Elke organisatie biedt toegankelijke communicatie

Hoe fijn zou het zijn als je een tolk kunt inzetten, zonder dat je daar zelf van tevoren over hoeft na te denken. Bijvoorbeeld in de bouwmarkt als je ter plekke advies wilt over bepaalde materialen. Of op het vliegveld, als je om moet boeken. In de bibliotheek als een boek niet kunt vinden. In het gemeentehuis, in het ziekenhuis, in het pretpark… waar je maar wilt eigenlijk.

Met de Tolkcontact-app kun je zelf, via je eigen tolkuren, eigenlijk al overal direct een tolk op afstand inzetten. Dat is fijn, maar nog fijner is het als organisaties, instanties en dienstverleners zelf zorgen voor een dergelijke vorm van toegankelijkheid. Een aantal gemeenten biedt dove en slechthorende bezoekers al de mogelijkheid op de website om met een medewerker te bellen via KPN Teletolk. De volgende stap is dat organisaties zelf zorgen dat er een tolk (op afstand) beschikbaar is: Bent u doof of slechthorend? U kunt desgewenst met ons communiceren in gebarentaal of via tekst. Onze gebarentolk vindt u op balie 2, de schrijftolk staat op balie 3.

Niet alleen toegankelijk maar ook echt inclusief

Alle bovengenoemde punten kunnen bijdragen aan meer toegankelijkheid voor doven en slechthorenden in Nederland. En we kunnen nog wel een flink aantal punten bedenken die daarbij zouden kunnen staan. De vraag is of het kunnen afvinken van die punten ook voldoende is te kunnen spreken van een inclusieve maatschappij. Ofwel: een maatschappij waarin iedereen volwaardig mee kan doen. Of iemand volwaardig mee kan doen, hangt niet alleen af van beschikbare hulpmiddelen. Nee, het gaat ook om hoe we met elkaar omgaan. En of we openstaan voor elkaars mogelijkheden, cultuur, taal en alles wat ons maakt tot wat we zijn.

Gelukkig zien we steeds meer plekken waar inclusie het uitgangspunt is. Ken jij zo’n initiatief en wil je daar wat over vertellen? Laat het ons weten dan kunnen wij anderen er ook over vertellen. En wil jij ook weten hoe jouw organisatie toegankelijker kan worden voor doven en slechthorenden? Bel ons, wij denken graag mee!